Per 1 juli 2013 is de Leegstandwet gewijzigd, zodat er meer mogelijkheden zijn om tijdelijk te verhuren op basis van de Leegstandwet.
Belangrijk onderdeel is dat voor woonruimte verhuurder niet langer gebonden is aan de maximale huurprijzen maar deze vrijelijk in overleg met huurder kan vaststellen. Het wordt verder mogelijk om leegstaande woningen meer dan één keer tijdelijk te verhuren onder de Leegstandwet.
Voor tijdelijke verhuur van woonruimte in leegstaande kantoren, ziekenhuizen, verpleeghuizen, hotels en scholen gold een maximumtermijn van 5 jaar. Deze termijn wordt verlengd naar een termijn van tien jaar. Dit stelt eigenaren beter in staan om hun investeringen terug te verdienen indien zij de gebouwen (tijdelijk) ter beschikking stellen voor verhuur.
In de Leegstandwet is verder aangegeven dat de huurovereenkomst op basis van die wet eindigt indien de Leegstandwetvergunning verloopt, zonder dat nadere opzegging van de verhuurder is vereist. Daarentegen is het wel weer zo dat als de huurder na afloop van de vergunning toch het gehuurde blijft gebruiken dat dan een ‘gewone’ huurovereenkomst ontstaat met de bijbehorende wettelijke bescherming. In de praktijk blijft het dus raadzaam voor de verhuurder om tijdig schriftelijk mee te delen dat de huurovereenkomst tot een einde komt.
Ginio Beij