Het kan, maar wanneer? Onder bepaalde omstandigheden.

Uitgangspunt vormt dat een betalingsregeling – zonder herzieningsclausule – niet eenzijdig door de schuldeiser kan worden opgezegd indien en zolang de debiteur/schuldenaar zich aan die regeling houdt.

Maar

Onder omstandigheden kan worden geoordeeld dat van de schuldeiser in redelijkheid niet kan worden verlangd dat deze met de ongewijzigde betalingsregeling genoegen blijft nemen.

Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien de financiële situatie van de schuldenaar zich sinds de totstandkoming van de betalingsregeling aanzienlijk heeft verbeterd.

De vraag of het een schuldeiser is toegestaan om een getroffen betalingsregeling eenzijdig te doorbreken en zelfs beslag te leggen onder de schuldenaar kwam aan de orde in een recente uitspraak van het Hof Amsterdam.

Naar het oordeel van het Hof mocht de schuldeiser in het desbetreffende geval aanpassing van de betalingsregeling verlangen.

Partijen hadden destijds de regeling getroffen dat de schuldenaar EUR 50,- per maand zou aflossen op een schuld van EUR 18.000,-. Op het moment van het treffen van de regeling zat er niet meer in het vat.

Het ging de schuldenaar op een gegeven moment echter financieel een stuk beter. De schuldeiser raakte hiervan op de hoogte en vroeg de schuldenaar dan ook om meer te gaan aflossen. De schuldenaar wilde dat – ondanks aandringen – niet.

Het kwam uiteindelijk tot een uitspraak van het Hof, welke uitspraak overigens is toegespitst op een klacht ten aanzien van de deurwaarders die beslag legden ondanks de betalingsregeling. De uitspraak is echter ook zeer relevant voor de vraag of een betalingsregeling eenzijdig mag worden opgezegd.

Het Hof oordeelde:

“Gezien de hoogte van de overeengekomen afbetalingstermijnen enerzijds en de nog verschuldigde hoofdsom anderzijds, was totale aflossing van de schuld niet binnen afzienbare tijd te verwachten. De financiële positie van klager was voorts aanzienlijk verbeterd. Klager heeft ook niet betwist dat hij tot hogere aflossingen in staat was. Dat betekent dat het de gerechtsdeurwaarders niet te verwijten valt dat zij zich namens de schuldeiser tot klager hebben gewend teneinde aanpassing van de betalingsregeling te bewerkstelligen.”(..) De gerechtsdeurwaarders hebben klager erop gewezen dat de schuldeiser tot het leggen van loonbeslag zou overgaan als er geen nieuwe regeling tot stand zou komen. Die regeling is vervolgens niet tot stand gekomen. Daarom waren de gerechtsdeurwaarders gerechtigd hun medewerking aan dat beslag te verlenen. Ook ter zake van dat beslag valt hun dus niets te verwijten.”

Al met al een zeer bruikbare uitspraak voor de rechts-en incassopraktijk waarin een schuldeiser door de financiële omstandigheden van de schuldenaar genoodzaakt is geweest een bepaalde betalingsregeling te treffen waar de schuldeiser later op wenst terug te komen, zonder te beschikken over een herzieningsclausule.

Tip

Loop de door uw bedrijf getroffen betalingsregelingen nog eens na, alsmede de personen met wie die betalingsregelingen zijn getroffen (incluis dus hun financiële positie).

Bekijk ook eens de andere blogs op het gebied van incasso’s en het beslag-en executierecht, enkele voorbeelden: blog 1 (lijfsdwang), blog 2 (niet informeren beslagrechter), blog 3 (retentierecht).

M2 Advocaten

m2amsterdam info@m2advocaten.nl